Genesis 1: 31 t/m 2:4
31. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.
1. Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.
2. Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had.
3. En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken.
4. Dit is wat uit de hemel en de aarde voortkwam, toen zij geschapen werden. Op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte –
Exodus 20:8-11
8. Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt.
9. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen,
10. maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is.
11. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.