God kwam naar ons toe
Er was eens een rabbi (een Joodse leraar) die elke avond voor de sabbat verdween. Het maakte de mensen nieuwsgierig. Ze dachten: hij heeft vast een geheime ontmoeting met God. Dus werd er een spion achter de rabbi aangestuurd.
Weet je wat die spion ontdekte? De rabbi vermomde zich als boer en ging een verlamde vrouw helpen. Hij maakte haar huisje schoon en zorgde voor het eten. Toen de spion terugkwam, vroegen de anderen hem: “En? Wat heb je gezien? Steeg de rabbi op naar de hemel?” “Nee”, zei de man, “hij ging nog hoger.”
Dit verhaal laat iets zien van wat barmhartigheid betekent. Het betekent: je ontfermen, je toebuigen naar iemand die in moeilijkheden zit. Dat is precies wat de Heere Jezus deed. Hij kwam van de hemel naar de aarde om zondaren te redden. Hij werd een dienstknecht en stierf zelfs aan het kruis. “Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam” (Filippenzen 2:9).
Wij kunnen niet naar God opklimmen, maar Hij kwam naar ons toe. De Goede Herder kwam naar de aarde om het verlorene te zoeken.
Het Hebreeuwse woord voor barmhartigheid is ‘rachamiem’. Dat komt van ‘rèchèm’, het Hebreeuwse woord voor baarmoeder. Het woord wijst op veiligheid, bescherming en tederheid. Het gaat over de liefde moeder voor haar kleine kind (Jesaja 49:15) en de tederheid van een vader voor zijn zoon (Psalm 103:13). Barmhartigheid is Gods liefde die beweegt, waardoor Hij zich uitstrekt naar wie hulp nodig heeft. Hij hoorde de noodkreet van de Israëlieten die als slaven in Egypte werkten (Exodus 2:25). De Heere Jezus was met ‘ontferming bewogen’ over de mensen die dwaalden zonder herder (Mattheus 9:36).
Barmhartigheid is niet zomaar een ‘kenmerk’ van God. Het raakt Zijn diepste wezen, Zijn hart. Hij is ‘barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid’ (Exodus 34:6). Het is door Gods barmhartigheid dat er vergeving mogelijk is. Vandaar dat koning David bad in Psalm 51: “Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid.”
Het kruisoffer van de Heere Jezus maakt duidelijk dat God barmhartig en tegelijk rechtvaardig is. Omdat God heilig is, moet de zonde gestraft worden. Omdat Hij barmhartig is, droeg Hijzelf de straf in Christus.
De Bijbel roept ons op om barmhartig te zijn; om te zorgen voor wie honger heeft, wie arm is, voor wie geen vader en moeder meer heeft. “Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is”, zegt de Heere Jezus in Lukas 6 vers 36. Door naar God te ‘kijken’ (2 Korinthe 3:18) ga je op Hem lijken en wordt ook je eigen hart gevuld met barmhartigheid en liefde voor mensen in nood.