Beloofd is beloofd!
De Duitse dominee Martin Niemöller verzette zich in de Tweede Wereldoorlog heftig tegen Adolf Hitler. Daar moest hij een hoge prijs voor betalen. Toen een nazirechter hem op 2 maart 1938 vrijsprak, wilde Hitler daar niets van weten. Hij zei: “Dan is die man mijn persoonlijke gevangene.” Niemöller bracht ruim zeven jaar door in concentratiekampen. Hoe hij het volhield? Hij klampte zich vast aan Gods beloften.
Op oudejaarsavond 1944 preekte Niemöller voor medegevangenen in concentratiekamp Dachau over Simeon uit Lukas 2. Hij stelde de vraag: Kan de wachtende Simeon ons vandaag helpen? “Zeker niet op deze manier dat wij de conclusie zouden mogen trekken: laat de moed niet zinken, tenslotte zal alles wel goedkomen”, zei hij. “Dat kun je vandaag misschien zeggen, om er morgen weer des te vaster van overtuigd te zijn dat alle hopen toch voor niets is. Maar één ding heeft dit wachten van Simeon ons wél te zeggen: wie wacht op wat God hem beloofd heeft, die wacht zeker niet tevergeefs. (...) Bovendien, wij kunnen verlangen naar vrijheid en vrede, maar vrijheid hoeft nog geen geluk te brengen, want pas ‘wanneer de Zoon u vrijgemaakt heeft zult ge werkelijk vrij zijn’.” (Bron: RD)
Maarten Luther adviseerde: “Zet de zak met Gods beloften bij God voor de deur.” Dat zei Luther omdat hij wist: God houdt altijd woord en doet wat Hij heeft beloofd.
‘Ik beloof niks!’ Wat je belooft, moet je doen. Een belofte is iets wat je mondeling of schriftelijk toezegt. Een belofte heeft dus te maken met trouw zijn aan wat je toezegt. Als je vaak ‘echt waar, ik beloof het!’ zegt, maar het blijkt niet waar te zijn, dan ben je niet te vertrouwen. Hoe betrouwbaarder je bent, hoe waardevoller een belofte is.
In de Bijbel nemen beloften een zeer grote plaats in. Van Genesis tot Openbaring doet God beloften aan de mens waarin Hij zegt wat Hij zal doen. De eerste belofte, ook wel de moederbelofte genoemd, gaat over de komst van de Verlosser: “Ik zal vijandschap teweeg brengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.” (Genesis 3:15) Maar er zijn zoveel meer beloften die God doet. Van Zijn nabijheid in moeitevolle omstandigheden (Deuteronomium 31:6), van rust als je vermoeid bent (Mattheüs 11:28-30), van vergeving bij belijdenis van zonden (1 Johannes 1:9). God is geen man dat Hij liegen zou (Numeri 23:19). Wat Hij zegt, doet Hij ook.
De beloften zijn te onderscheiden in voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften. Voorwaardelijk betekent dat de belofte wordt vervuld, als aan een voorwaarde wordt voldaan. Voorbeeld: ‘Ik beloof dat je langer op mag blijven, als jij voor mij de auto wast’. Of denk aan de Doop. Daarin belooft God dat Hij jouw God wil zijn, en daar is van Zijn kant alles voor gedaan! Maar de weg waarin dat gebeurt, waarin een herstelde relatie tussen God en jou werkelijkheid wordt, is de eis, de voorwaarde van geloof en bekering.
Onvoorwaardelijk betekent dat er geen voorwaarden zijn, maar dat de belofte hoe dan ook vervuld wordt. Voorbeeld: ‘Ik beloof dat je langer op mag blijven’. Een Bijbels voorbeeld van zo’n belofte is Gods belofte aan Noach: God belooft dat de aarde nooit meer door een zondvloed zal vergaan, wat de mens ook doet.
De brede plaats van de belofte in de Bijbel heeft alles te maken met het verbond. De Doop is een teken en zegel van Gods verbond met jou. Daar zegt God toe dat Hij jouw God wil zijn. Door het geloof moet dat echter nog wel toegepast worden. Maar is het nog wel genade als we eerst zelf iets moeten doen?! Het wonderlijke is dit: God vraagt wel geloof en bekering. Hij spreekt je aan op de verantwoordelijkheid. Maar wat Hij van je eist, wil Hij je Zelf geven. Dat wil Hij door Zijn Heilige Geest voor en in jou doen. Hij belooft wat Hij vraagt (geloof en bekering) en vraagt wat Hij belooft. Samenvattend zou je kunnen zeggen: De vraag (eis) van het verbond wordt voorafgegaan en gevolgd, gedragen en omringd door de belofte. Zo zegt Augustinus: “Heere, geef wat U eist, en eis dan wat U wilt…”.
Dat de Heere Zijn verbond en beloften heeft gegeven, is alleen mogelijk omdat God Zijn beloofde Zoon naar deze wereld gezonden heeft. Hij is de vervulling van de belofte dat God Zelf voor verlossing zou zorgen. Heel het Oude Testament spreekt al van Hem. In de Heere Jezus zijn alle beloften van God ‘ja en amen’ (2 Korinthe 1:20). God belooft jou in Zijn Woord vergeving van zonden en eeuwig leven. Het bekende psalmvers legt je de woorden in de mond als je zoekt naar hoe de Heere Jezus ook jouw Zaligmaker zal zijn: "Opent uwen mond; eist van Mij vrijmoedig, op mijn trouwverbond; al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig."