Een prachtig borduurwerk?!
Na de oorlog is Corrie ten Boom heel de wereld doorgereisd om te vertellen wat ze in de oorlog had meegemaakt, maar bovenal om te vertellen wat God in haar leven had gedaan. Ze nam dan vaak een borduurwerk mee. Als je wel eens geborduurd hebt of zo'n borduurwerk gezien hebt, dan weet je dat het er aan de achterkant heel rommelig, lelijk en onoverzichtelijk uitziet. Zo kan het ook in je leven voelen: chaos. Het kan vragen geven: waarom dit en waarom dat? Je snapt het niet. Maar als je het borduurwerk omdraait, dan zie je ineens een prachtig werk. Alles wat je aan de achterkant zag, diende dit doel: een prachtig borduurwerk.
In de Bijbel komt het woord ‘voorzienigheid’ niet voor, maar toch is wat ermee bedoeld wordt door heel de Bijbel heen te vinden. Een rijmpje over Gods voorzienigheid luidt: de voorzienigheid van God is de kracht van God die alles vóórziet en in alles voorzíét. Het eerste slaat op het ‘vooruit kunnen zien’ (vgl. Hebreeën 11:40) en het tweede op het ‘voorzien in en van’ (vgl. Genesis 22:8). In de Bijbel en de belijdenisgeschriften wordt de nadruk echter gelegd op het tweede, hoewel ze wel met elkaar te maken hebben. Wie alles voorziet en voorbereidingen treft, kan namelijk ook zorgen voor. Daarmee zijn we al dicht bij de betekenis van het woord ‘voorzienigheid’: De voorzienigheid is een kracht van God die overal aanwezig is en almachtig is (vgl. Handelingen 17:25-28). Door die kracht (1) onderhoudt en (2) regeert God de hemel en de aarde en alle schepselen.
God onderhoudt de wereld (1). Nadat Hij haar tot stand heeft gebracht, houdt God de wereld in stand door Zijn voorzienigheid. Wat God schept, dat onderhoudt Hij door Zijn hand. Dat zien we in de wereld in de gewoonste en alledaagse dingen: het weer, de seizoenen, het groeien van het gras, het eten en drinken, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede, vruchtbare en onvruchtbare jaren, en noem maar op. Er gebeurt niets – maar dan ook helemaal niets! – toevallig. Niets gaat er buiten Zijn wil om. Hij voorziet de schepselen in alle dingen in hemel en op aarde. Hij voorziet de grote volken op de aarde, maar een oud, klein en kwetsbaar vrouwtje is net zo goed voorwerp van Zijn zorgende trouw. Daarom moet die kracht van God wel overal aanwezig én almachtig zijn.
God regeert de wereld (2). God houdt de wereld niet alleen in stand, maar Hij werkt de wereld ook toe naar het einddoel. Hij is als het ware de hemelse Architect die het gebouw van de wereld uitgetekend heeft. Net zoals de bouwvakkers zich precies aan het plan van een architect moeten houden, zo leidt God de wereld volgens Zijn plan toe naar haar doel: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De uitvoering van dat plan is niet iets automatisch. Het is niet zoals een ouderwetse klok die je moet opwinden en die vervolgens vanzelf gaat lopen. Nee, God is en blijft heel nauw bij Zijn schepping betrokken. Zo nauw, dat Hij Zelf in Zijn Zoon naar deze wereld is gekomen en het bereiken van dit einddoel mogelijk heeft gemaakt door te lijden, te sterven en weer op te staan. Wie zou God ooit kunnen beschuldigen van afstandelijkheid?
Maar als God alles in Zijn hand heeft, hoe zit het dan met het lijden, met pijn, moeite en verdriet? Hoe is dat te rijmen met de voorzienigheid van God? Als eerste moeten we daarop zeggen dat God absoluut niet de Auteur is van de zonde of dat Hij er schuld aan heeft. Hoe onbegrijpelijk het ook is, maar zelfs de zonde is opgenomen in Zijn plan. Dat kunnen we niet begrijpen. In geloof mogen we Gods oordelen aanbidden. God weet wat Hij doet (vgl. NGB 13). Ten tweede mag een gelovige erop vertrouwen dat God alles doet medewerken ten goede (Romeinen 8:28). Een heel duidelijk voorbeeld daarvan in de Bijbel is Jozef. Al het kwaad dat Jozef is aangedaan, heeft God ten goede gedacht (Genesis 50:20). Ten derde mag een kind van God in het lijden weten dat hij alles uit de hand van zijn Vader ontvangt, ook al begrijpt hij het niet. Voor al die dingen mogen we ons hoofd buigen en in geloof belijden dat God goed en rechtvaardig is en dat Hij weet wat Hij doet.
Een tweede probleem heeft te maken met onze eigen verantwoordelijkheid. Als God alles in Zijn hand heeft, hoe zit het dan met onze vrije wil? Hebben we die wel, of is ons leven ook gewoon een draaiboek dat wordt gevolgd? Dat zijn twee dingen die we niet en nooit bij elkaar zullen krijgen. Hoe onbegrijpelijk het ook is, God heeft alles in Zijn hand en er gaat niets buiten Zijn wil om. Maar als je bijvoorbeeld iets steelt, ben je daar wel zelf verantwoordelijk voor.
Als laatste is de leer van de voorzienigheid een grote troost voor christenen. Er is geen schepsel dat tegen Gods wil iets kan doen. Daarom mag een christen er zeker van zijn dat niets hem zal kunnen scheiden van de liefde van Christus. Daarom mag hij in tegenspoed geduldig zijn, in voorspoed dankbaar en zich voor de toekomst overgeven in de handen van zijn trouwe Vader. Denk maar weer aan het borduurwerk. Corrie ten Boom wist als geen ander wat voor een troost de voorzienigheid voor haar was. In haar leven heeft zij onbegrijpelijk lijden meegemaakt. Maar toch kon zij kon het uit genade uit handen geven, in de handen van de hemelse Borduurder.