Stop met stelen, begin met delen!
‘Gij zult niet stelen.’ Misschien denk je bij dat gebod al snel aan topcriminelen, plunderaars en ‘grote graaiers’ bij de banken. Maar het achtste gebod is eigenlijk een gebod dat heel dichtbij komt. Het is de grote ‘testcase’ voor je hart. Hoe integer ben jij? Als je iets leent, geef je dat dan ook weer terug? Staat er illegale software op je computer? En als je een toets niet goed hebt geleerd, check je dan snel even de antwoorden bij die jongen naast je? Of is dat eigenlijk een vorm van stelen? Want je ‘pakt’ kennis af, iets dat niet van jou is.
De Bijbel is heel duidelijk: stelen is verboden (Exodus 20:15). Het is heel belangrijk om het eigendom van een ander te respecteren. Als iets niet van jou is, moet je daar met je handen van afblijven.
Maar het achtste gebod gaat verder dan dat. Het gaat erom dat je de ander geeft waar hij of zij recht op heeft. Wat doe je als het meisje bij de kassa je te veel geld geeft: stop je het in je eigen zak of zeg je het eerlijk? Als je iemand geld hebt beloofd, geef je dat dan ook echt?
Zwart werken: ‘moet kunnen af en toe’ of doe je dan eigenlijk iets goed fout? En hoe zit dat met het frauderen met studiefinanciering?
De Bijbel laat zien dat de HEERE een hekel heeft aan diefstal en oneerlijkheid. ‘Een bedrieglijke weegschaal is voor de HEERE een gruwel’ (Spreuken 11:1). De HEERE is één en al waarheid en betrouwbaarheid. Alles wat daartegen in gaat, kan Hij niet verdragen.
In Psalm 24 vers 1 staat: ‘De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen.’ Als mensen hebben wij eigenlijk Gods schepping geplunderd en Zijn naam besmeurd. ‘Door de zonde hebben we Hem van Zijn eer beroofd’, schreef de prediker Thomas Watson. En die roof gaat nog steeds door. We maken Gods schepping kapot en doen alsof het ons eigen bezit is. Dat is diefstal van de Allerhoogste.
Gierigheid is ook een vorm van diefstal. In 1 Kronieken 29:14 bidt koning David: ‘Wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven.’ Alles behoort aan God toe, en als wij geld en bezit bewust voor Hem achterhouden, is dat diefstal.
De Bijbel roept niet op om te stelen, maar juist te delen van wat God ons geeft. ‘Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft’ (Efeze 4:28). Paulus roept rijke gelovigen op om ‘rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen’ (1 Timotheüs 6:18). We mogen uitdelen van alles wat God ons geeft!
In eigen kracht is het onmogelijk om ons te houden aan Gods gebod om niet te stelen. We hebben de Heere Jezus nodig; Hij wil de wet in ons hart schrijven (Jeremia 31:33).