Omringd door engelen
Cornelis Breet leefde in de 20e eeuw in Den Helder. Hij was bakker, maar daarnaast evangelist en hij leidde een zondagsschool. Op een nacht werd hij uit bed gebeld en geroepen naar een ernstig zieke. Onderweg passeerde hij een smalle brug over een gracht. De reis bleek voor niets te zijn, want er was geen zieke te vinden. Twintig jaar later kwam een man de bakkerij van Breet binnen om iets op te biechten. Die bewuste nacht had hij de bakker in de val willen lokken. Hij had hem opgebeld met een leugen. Bij de gracht had hij, met een vriend, de evangelist willen laten verdrinken. Maar zij durfden dat niet aan omdat ze zagen dat de bakker niet alleen liep op die brug. Hij werd omgeven door twee engelen.
Cornelis Breet werd beschermd door engelen die voor hem onzichtbaar waren. Uit dit verhaal wordt al iets zichtbaar van wat engelen zijn en doen. Het woord ‘engel’ komt van een Grieks woord, dat ‘boodschapper’ betekent. In de Bijbel worden engelen ook wel ‘zonen van God’ (Job 1:6), ‘krachtige helden’ (Psalm 103:20), ‘heiligen’ (Daniël 8:13) en ‘dienende geesten’ (Hebreeën 1:4) genoemd. Er is een ontzaglijk groot aantal engelen (Mattheüs 26:53). Ze zijn door God geschapen, waarschijnlijk zelfs voordat Hij de aarde schiep (vgl. Job 38:7). Engelen wonen in de hemel, bij God. Ze staan dicht bij Hem en gaan van de hemel naar de aarde en weer terug om Gods wil te doen. Al die engelen zijn door God in een bepaalde orde geschapen.
God is namelijk een God van orde en ook in de engelenwereld is sprake van orde, hoewel de Bijbel daar niet alle details over geeft. De Bijbel spreekt over cherubs (Genesis 3:24) en serafs (Jesaja 6:2). Er is ook sprake van de aartsengel Michaël (Judas 9) en de andere hooggeplaatste engel Gabriël (Lukas 1:9). Verder kun je lezen over engelen voor volken (Deuteronomium 29:26). De bekendste en belangrijkste boodschapper is echter de Engel des HEEREN, die vaak vereenzelvigd wordt met God Zelf (Exodus 3:2-4). Sommige mensen zeggen: in deze engel laat Christus Zich al zien in het Oude Testament. Dat hoeft niet zo te zijn, maar het is wel opvallend dat hij altijd alleen optreedt, en dat wanneer hij optreedt, God bij de mensen is. In ieder geval kun je in hem een ‘wegwijzer’ zien naar Christus, Die is gekomen om Gods wil te doen. Dat is namelijk de taak van engelen: Gods wil doen.
Engelen doen nooit iets op eigen initiatief, maar alleen op bevel van hun Zender. Engelen hebben verschillende taken, maar allemaal voeren ze Gods wil uit. Een aantal taken die in de Bijbel genoemd worden zijn deze: het dienen van de gelovigen, zoals in het verhaal van bakker Breet. Het loven van de Heere (Jesaja 6:3), straffen uitvoeren (2 Koningen 19:35), strijden tegen boze machten (Openbaring 12:7,8) en uitleggen (Daniel 8:19). Ook zijn ze aanwezig op cruciale momenten in het leven van Jezus: engelen kondigen Jezus’ geboorte aan, zingen in een koor bij de herders, dienen de Heere Jezus nadat satan Hem verzocht in de woestijn. Ook rollen engelen de steen voor het graf weg en onderwijzen ze de discipelen na de hemelvaart van Christus.
In het uitvoeren van hun taken zijn engelen voor ons een bijzonder voorbeeld (HC vraag en antwoord 124).
Voor alle engelen geldt dat ze geesten zijn, die een lichaam aan kunnen nemen (Genesis 18). Ze zijn voor ons niet altijd te zien maar wel aanwezig. Van serafs weten we dat het gevleugelde wezens zijn (Jesaja 6:2) en cherubs zijn waarschijnlijk menselijke gedaantes met een arendslichaam en vleugels. In de beeldende kunst worden engelen vaak voorgesteld als lieflijke figuren, maar in de Bijbel zijn het eerder strijdbare helden (Lukas 2:13).
Ook de satan heeft engelen in zijn dienst. Eens waren dat goede engelen, maar zij hebben zich uit de hemel gezondigd (Judas 1:6) en doen nu het tegenovergestelde van de goede engelen: de wil van de duivel. Ze zijn vijanden van God, van Christus en Zijn gemeente en van al het goede. Ze proberen de kerk te verwoesten en te verderven. De strijd tussen de goede en slechte engelen – ook wel demonen genoemd – heeft gevolgen voor de aarde. Achter de gebeurtenissen in onze geschiedenis ligt een andere, geestelijke wereld. De slechte engelen weten echter ook dat ze straks geoordeeld en voor eeuwig gepijnigd worden. De overwinning op hen is namelijk al behaald en is straks volmaakt zichtbaar.
Wie zijn belangrijker, engelen of mensen? Dat is moeilijk te zeggen. Een engel weet niet wat het is om te leven van Jezus’ vergeving. Alleen van de mens zegt de Bijbel dat hij geschapen is naar Gods beeld. Aan de andere kant: de mens heeft gezondigd tegen God, de engelen niet. Psalm 8 zegt dat de mens een ‘weinig minder is gemaakt dan de engelen’. Het staat in ieder geval vast dat er een groot onderscheid is tussen ons en de engelen aan de ene kant – beiden geschapen wezens – en God, de Eeuwige en Almachtige, aan de andere kant. Hij is de totaal Andere en niemand is met Hem te vergelijken.