Hoop in de diepste duisternis
Chang is een knap meisje van 18 jaar. Ze komt uit de Filipijnen. Haar bruine ogen stralen kracht en blijdschap uit. Maar zo heeft ze zich niet altijd gevoeld. Vanaf haar 14e werd ze, door mensen uit haar eigen straat, misbruikt. Ze moest zich uitkleden voor een webcam en allerlei seksuele handelingen verrichten. Mannen uit westerse landen betaalden daar geld voor.
Chang werd door een christelijke organisatie gered uit deze verschrikking. Een Australische journalist vroeg haar pas wat het belangrijkste is dat ze geleerd heeft. Dit was haar antwoord: “Iedereen van ons heeft te maken met moeilijkheden en uitdagingen in ons leven. Maar we moeten nooit onze hoop verliezen. Er is een God voor ons. Filippenzen 4:13 is heel belangrijk voor mij: "Ik kan alle dingen aan, dankzij Christus die mij kracht geeft".”
Er is hoop. Temidden van alle verdriet, pijn, moeite, minderwaardigheidsgevoelens, hopeloosheid, zinloosheid, is er hoop. De duivel doet zijn uiterste best om heer en meester in ons leven te zijn en te blijven. Er zijn natuurrampen, aanslagen, oorlog, honger en ziektes. We zuchten, we kijken uit naar iets beters, we verwachten iets beters: we hopen op iets beters.
Misschien ken je veel christenen van wie het leven er ook zo vaak hopeloos en zinloos uitziet, dat je haast niet kan geloven dat zij geloven in een God die de macht heeft in hemel en op aarde. In de Psalmen hoor je ook vaak de hopeloosheid en vele ‘waaroms’. Maar toch, vaak aan het einde van de Psalm, is daar hoop. De hoop op God.
Hoop wordt vaak in één adem genoemd met geloof, hoop en liefde. Hoop is ontzettend belangrijk in het christelijk geloof. Maar wat is die hoop en waar is die op gebaseerd? Op de Heere Jezus. Toen Hij stierf leek alle hoop verdwenen. De Man waar zoveel van verwacht werd, hing te bloeden aan het kruis. Hij werd veracht, bespot en geslagen. Niemand had met Hem willen ruilen. Maar dat was niet het einde. De Heere Jezus stond op de derde dag op uit de dood. Hij zit nu aan de rechterhand van God en Hij bidt voor Zijn kinderen. Hij stierf aan het kruis en droeg de toorn op de zonde en daardoor kan Hij straks aan iedereen die in Hem gelooft door de Heilige Geest een eeuwig leven met Hem in de hemel geven. Wij hoeven daarvoor niks te doen, alleen te geloven in Hem. Het is pure genade.
Deze hoop, om straks door het geloof eeuwig bij Hem te zijn, is niet onzeker. Ze is verankerd (denk maar aan een schip dat vastligt) in Christus. Er zit helemaal niks van ons bij. Als er iets van ons bij zou zitten, dan zou het onzeker zijn, maar nu ligt alles vast in Hem. Als we bij Christus horen, dan zijn we een ‘levende hoop’ zegt Petrus (1 Petrus 1:3), dan mogen we in dit leven vol vertrouwen uitzien naar de toekomst. Ondanks onze ontrouw, blijft Hij trouw aan Zijn Woord!
Als je door de Heilige Geest overgezet bent van de duisternis naar het licht, dan leef je uit die hoop door Jezus als Heere over je leven te erkennen en door te doen wat Hij zegt. Petrus zegt ook dat je altijd bereid moeten zijn om te getuigen van de hoop die in ons is.
Hoop doet leven. Alle hoop buiten God om, droogt op. Maar door de hoop die aan God en Zijn belofte ‘hangt’, mogen we straks door het geloof delen in die heerlijke erfenis die voor ons bewaard wordt en die nooit meer zal vergaan. Denk maar aan die bekende spreuk: God heeft Zijn kinderen geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst!
Straks komt Jezus terug, om te oordelen de levenden en de doden. De gelovigen zullen met heerlijkheid en eer gekroond worden en alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden. Maakt die dag je bang, of kan je er verlangend naar uitzien?